Bemestingsadvies voor koper op grasland
Deze tekst behandelt het bemestingsadvies voor koper op grasland, met als doel het begeleiden van landgebruikers bij het beheer van kopergehalten in bodem en gras. Het document beschrijft de invloed van bodemkenmerken, mesttoevoer en grasopname op de koperbalans, en geeft inzicht in de relatie tussen kopergehalten, bemestingspraktijken en potentiële risico's op bodemverontreiniging en plantaardige en dierlijke gezondheid. De volledige gids is bedoeld voor boeren, agronomen en beleidsmakers die betrokken zijn bij duurzame bemestingsstrategieën en bodembeheer in de Nederlandse veeteelt en landbouw.
Samenvatting

Bemestingsadvies voor koper op grasland (nl)
Aantal pagina's: 21
Doellanden: Nederland
Belangrijkste punten
- Het maximumadvies van 6 kg koper per hectare over 4 jaar wordt vaak gehaald via rundveedrijfmest
- De studie laat zien dat de koperaanvoer uit drijfmest gemiddeld ruim voldoende is om de opname in gras te voorzien, waardoor de kans op kopertekorten beperkt blijft binnen de huidige mestgiftstrategieën.
- Bodemverschillen beïnvloeden koperbeschikbaarheid en kopergehalte in gras
- Zandgronden vertonen lagere kopergehaltes en minder potentie tot koperbinding, wat kan resulteren in een lager kopergehalte in het gras en mogelijk beperkend voor grasgroei onder bepaalde omstandigheden.
- Er is geen sterke correlatie tussen kopergehalte in bodem en in gras, behalve op specifieke locaties
- De resultaten tonen dat het kopergehalte in bodem niet altijd direct verband houdt met het kopergehalte in gras, waardoor bodemonderzoek slechts een deel van het picture geeft voor het koperstatus.
- Kopergehalte en aminozuren in gras zijn positief gerelateerd
- Significante correlaties tussen koper en aminozuren zoals histidine, leucine, lysine en methionine wijzen op een mogelijke impact van koper op eiwit- en nutriëntengehalte in gras.
- De koperbalans in grasland blijft overwegend positief, met meer koper aangevoerd dan afgevoerd
- De studie toont dat, onder de huidige gebruiksomstandigheden, er een koperoverschot ontstaat dat vooral via mest op land terechtkomt, waardoor een kopertekort in de bodem onwaarschijnlijk lijkt.
- De variatie in kopergehalte in vers gras over tijd en locaties wijst op dat koperopname niet altijd constant is
- De metingen laten zien dat kopergehalte in gras fluctueert en dat factoren zoals bodemtype en groeicondities bijdragen aan de verspreiding van koperwaardes.
Bronnen
- Bemestingsadvies voor koper op grasland - - https://edepot.wur.nl/672199