Getand vlotgras
Getand vlotgras (Glyceria declinata, synoniem: Glyceria fluitans subsp. declinata) is een overblijvende plant die behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). De plant komt van nature voor in West-, Zuidwest- en Midden-Europa en op Madeira, in Australië en in Noord-Amerika. Getand vlotgras staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend en stabiel of toegenomen. Het aantal chromosomen 2n = 20.De plant wordt 15 - 60 cm hoog en heeft een kruipende wortelstok. De opgerichte, 1,5 - 2,5 mm dikke stengels zijn aan de voet geknikt of gekromd. Als ze in het water staan drijven ze soms. Het grijsgroene, 5 - 14 cm lange en 3 - 8 mm brede blad heeft een stompe top en de meestal paarsachtige bladschede is min of meer glad. Het ovale tongetje is 4 - 9 mm lang.
Getand vlotgras bloeit van juni tot in september met een naar één kant gekeerde, 6 - 30 cm lange bloeiwijze, die voor het grootste gedeelte trosvormig is. De onderste, 1,5 - 9,5 cm lange takken staan met 1 - 6 bij elkaar. De cilindrische aartjes zijn 11 - 25 mm lang en 1,3 - 3 mm breed en bevatten 8 - 15 bloemen. De kelkkafjes zijn ovaal. Het onderste kelkkafje is 1,4 - 3,5 mm lang en het bovenste 2,5 - 4,9 mm. De onderste, 4 - 5 mm lange kroonkafjes van de onderste bloemen zijn aan de top 3- of 5-tandig, soms gegolfd en de middennerf loopt tot in de middelste tand door. De onderste kroonkafjes hebben daardoor aan de top een onderbroken vliezige rand. De bovenste, 3 - 5 mm lange, lancet-elliptische kroonkafjes van de onderste bloemen zijn lang tweetandig, waarbij de tanden iets boven de rand van het bovenste kroonkafje uitsteekt, dit in tegenstelling tot stomp vlotgras. De 0,5 - 1,4 mm lange helmknoppen zijn meestal paars, maar ze kunnen soms ook geel zijn.
De vrucht is een 1,2 - 2,8 mm lange en 1 - 1,2 mm brede graanvrucht.
Getand vlotgras komt voor op open plaatsen in weiland, in laagliggend weiland, waterkanten, in natte bossen langs en op drassige bospaden.()