Grassenfamilie
De grassenfamilie (botanische naam: Gramineae of Poaceae, beide namen zijn toegestaan) is een van de soortenrijkste plantenfamilies van de bedektzadigen: de familie omvat ongeveer 12.000 soorten. Leden van deze familie komen op alle werelddelen voor. Zelfs op Antarctica groeien soorten van het geslacht Smele. Grassen behoren tot de eenzaadlobbigen en hebben een vrij karakteristiek bouwplan.
De grassen zijn economisch gezien een van de belangrijkste plantenfamilies: gedomesticeerde graangewassen zoals maïs, tarwe, rijst, gerst en gierst vertegenwoordigen een groot deel van het basisvoedsel voor de mens. Ook het voer voor de veehouderij is grotendeels op granen gebaseerd. Grassen leveren iets meer dan de helft (51%) van alle voedingsenergie; rijst levert 20%, tarwe levert 20%, maïs 5,5% en andere granen 6%. Sommige soorten worden gebruikt als bouwmateriaal (bamboe, riet en stro); andere zijn de bron van biobrandstoffen, voornamelijk maïs.
Graslanden zoals de savanne en de prairie vormen naar schatting 40,5% van het landoppervlak van de aarde, met uitzondering van Groenland en Antarctica. Grassen vormen daarnaast een belangrijk onderdeel van de vegetatie in andere habitats, waaronder draslanden, bossen en toendra's.()