Handboek groenbemesters - Grasachtigen
Deze tekst behandelt de rol en eigenschappen van grasachtigen als groenbemesters. Grasachtigen zijn gewaardeerd vanwege hun snelle opkomst, effectieve onkruidbestrijding met groeistoffen en vooral hun sterk ontwikkeld wortelstelsel, vooral in de bovenste 10 cm. Dit wortelstelsel draagt bij aan de organische stofvoorziening, houdt de grond bij elkaar en vermindert verzilting. Wanneer ze worden gemaaid, blijft er nog steeds een goede verdeling van organische stof achter in de bodem. Grasachtigen nemen snel alle stikstof uit de bodem op en zijn daarom geschikt als vanggewas na maïs, waarbij hun hoog koolstofgehalte helpt stikstof vast te houden, wat uitspoeling vermindert.
Sommige grassoorten zijn gevoelig voor tarwehalmdoder (Gaeumannomyces graminis), die niet langer dan een jaar in de grond blijft. Te veel jaren achtereen teelt van waardplanten kan leiden tot schade door deze schimmel, vooral bij meer dan 50% graan in het bouwplan. Grasachtigen kunnen ook waardplant zijn voor voetziekten zoals Pseudocercosporella herpotrichoides in tarwe en gerst, vooral bij oppervlakteverontreiniging van gewasresten. Wintergranen zijn gevoeliger dan zomergranen.
Gras wordt deels onder dekvrucht (zoals granen) ingezaaid, en ook na gewasresten in de stoppel. Voor onder dekvrucht worden Engels en Italiaans raaigras aanbevolen, bij stoppelzaai Italië en Westerwolds raaigras. Bij gebruik van raaigrassen is het belangrijk te kiezen voor kweek- en duistvrij zaad.
Gras kan worden gemengd met klavers (rood, wit, Perzisch), afhankelijk van de hoogte en dichtheid van de dekvrucht. Witte en laatbloeiende rode klaver zijn geschikt bij lage dekvruchten, terwijl Perzische klaver hoger groeit en geschikt is voor hoge dekvruchten. Door stikstoffixatie van vlinderbloemigen kan de stikstofgift overbodig worden en wordt de afbraak van stoppel en stro gestimuleerd. Aan het eind van de teelt moet gras zorgvuldig worden ondergeploegd, niet te diep, vanwege opslag en inkuileffect. Als gras in het bouwplan is opgenomen, is het minder geschikt als groenbemester.
Ook granen zoals winterrogge, Japanse haver, Triticale, gerst en haver worden als groenbemester gebruikt. Winterrogge is populair vanwege de late inzaai en goede werking als vanggewas en bodembedekker. Japanse haver wordt sinds de eeuwwisseling geteeld vanwege de gunstige waardplantstatus voor bepaalde aaltjessoorten. Alfabetisch wordt dit beeld aangevuld met andere graangewassen die als groenbemester ingezet kunnen worden.
Handboek groenbemesters - Grasachtigen (nl)
Aantal pagina's: 2
Doellanden: Nederland
Belangrijkste punten
- Grasachtigen vormen een belangrijke groenbemester vanwege hun sterke beworteling
- Ze dragen bij aan organische stofvoorziening, houden de grond bij elkaar, en verminderen het verslempingsrisico, vooral wanneer gemaaid voor groenvoeder.
- Grassen kunnen een brug vormen tussen graangewassen en kunnen problemen veroorzaken als waardplant voor bodemziekten
- Teelten met meer dan 50% graan en langdurige teelt van gras kunnen schade opleveren door schimmels zoals Gaeumannomyces graminis en verminderen de bestrijding van voetziekten in tarwe en gerst.
- Selectie van grasoorten en zaaimethoden moet afgestemd worden op teeltelementen
- Voorzaaien onder dekvrucht of in stoppel wordt aanbevolen met Engels en Italiaans raaigras, terwijl Italiaans en Westerwolds raaigras geschikt zijn voor stoppelzaai; uitzuivering van kweek- en duistvrij zaad wordt benadrukt.
- Combinatie van gras en klavers verhoogt stikstofbinding en verbetert bodemkwaliteit
- Door stikstoffixatie van vlinderbloemigen zoals witte en Perzische klaver, wordt de behoefte aan stikstofgift verminderd, en wordt de vertering van stoppel en stro gestimuleerd.
- Gebruik van winterrogge en Japanse haver als groenbemester is functioneel voor N-vang en bodembedekking
- Deze gewassen kunnen laat in het najaar worden ingezaaid, leveren nut voor stikstofvangst en bevorderen bodemstructuur, vooral in systemen waarin bodembeheer belangrijk is.
- Andere granen zoals Triticale, gerst en haver worden regelmatig als groenbemester ingezet
- Deze graangewassen bieden flexibiliteit in teelt, kunnen na de oogst worden ingezaaid en zorgen voor bodembedekking en N-vang.
Bronnen
- Handboek groenbemesters - Grasachtigen - - https://edepot.wur.nl/474544