Handboek groenbemesters - Keuze

Uit Triple Performance
Ga naar:navigatie, zoeken

Handboek groenbemesters - Keuze.jpg

Deze tekst richt zich op de selectie en eigenschappen van groenbemesters voor akkerbouwland, met het doel om de bodemkwaliteit, de bemestingsbalans, de bodemstructuur en de biodiversiteit te verbeteren. Het document biedt gedetailleerde gegevens over de productie, eisende functies, invloed op ziekten en plagen, en de geschiktheid van verschillende groenbemesters afhankelijk van het doel, de teeltcyclus en de bodemgesteldheid, met als doel boeren en adviseurs te ondersteunen bij het maken van effectieve keuzes voor groenbemesterplanning. De doelgroep bestaat uit landbouwers, bodemadviseurs en agrarische onderzoekers die willen optimaliseren hoe groenbemesters kunnen bijdragen aan duurzaam bodembeheer en gewasproductie.

Samenvatting

Inleiding en belang van organische stof in groenbemesters

Deze sectie benadrukt het belang van organische stof in bodemgezondheid, biodiversiteit en mineralenbeheer. Het doel is het bereiken of behouden van een geschikt organisch stofgehalte via effectieve groenbemesters, vooral wortelrijke gewassen zoals soedangras, raaigrassen en Tagetes, die grote hoeveelheden organische stof produceren.

Productie en eigenschappen van groenbemesters

De sectie bespreekt de gemiddelde productie van droge stof en effectieve organische stof (EOS) door diverse groenbemesters, afhankelijk van zaaitijdstip en groeiomstandigheden. Wortelrijke gewassen leveren effectievere organische stof. Belangrijke kenmerken zoals bodemstructuur, vorstgevoeligheid en bodemverbetering worden geëvalueerd, inclusief de voedingswaarde en invloed op bodemstructuur.

Keuze van groene bemester afgestemd op perceeldoelen

Hier wordt benadrukt dat er geen universeel wondersoort is. De keuze voor een groenbemester moet gebaseerd zijn op de specifieke zwakke punten van het perceel en het doel van de groenbemester, zoals organische stof, structuur, gewasgezondheid of biodiversiteit. De sectie onderstreept dat de groenbemester een onderdeel is van een totaalstrategie voor perceelverbetering.

Invloed van groenbemesters op gewasgezondheid en onkruidbeheer

Groenbemesters kunnen onkruid onderdrukken via concurrentie en allelopathie. Snelgroeiende soorten met veel bladoppervlak zoals bladrammenas en Japanse haver zijn hiervoor geschikt. Vorstgevoeligheid speelt ook een rol. Sommige groenbemesters en bodemherbiciden kunnen de aanwezigheid van onkruid en ziekten beïnvloeden, afhankelijk van de teeltvolgorde.

Effecten op bodemadviezen en biologische diversiteit

Men bespreekt de rol van groenbemesters in het bevorderen van biodiversiteit en het vastleggen van stikstof. Ze dragen bij aan biodiversiteit door voedsel en schuilplaatsen te bieden, en kunnen stikstof vastleggen en vrijmaken, wat belangrijk is voor de bodemgezondheid en voedingsbalans. De invloed op bodemschimmels en bodembiologie wordt eveneens belicht.

Keuze en timing van de teeltstrategie voor groenbemesters

Strategieën voor het inplanten van groenbemesters worden uitgelegd. Het is mogelijk om te wachten tot na de oogst of te zaaien tijdens de teelt ('ondervrucht'). Zaaikalenders en overwegingen voor zaaien onder dekvrucht en mengsels worden behandeld. De timing is afhankelijk van het perceelgebruik en de gewas- en milieudoelen.

Samenvatting en praktische adviezen voor het kiezen van groenbemesters

Beslistips voor het selecteren van de juiste groenbemester gebaseerd op het doel, perceelconditie en teeltplan. Het gebruik van mengsels wordt aanbevolen om voordelen te combineren. De keuze wordt verder beïnvloed door kleinschalige details zoals zaaidichtheid, kiemduur, en mogelijke risico's zoals vorstschade.

Handboek groenbemesters - Keuze.jpg

Handboek groenbemesters - Keuze (nl)
Aantal pagina's: 6
Doellanden: Nederland

Belangrijkste punten

Het selecteren van groenbemesters hangt af van het doel van de verbetering op het perceel.
De keuze voor groenbemesters moet afgestemd worden op de specifieke behoefte, zoals organische stofgehalte, bodemstructuur, gewasgezondheid, biodiversiteit, of stikstofvastlegging, en wordt beïnvloed door de gewasrotatie en teeltplanning.
Wortels van groenbemesters leveren relatief meer effectieve organische stof dan bovengrondse massa.
Wortels dragen ongeveer 35% bij aan effectieve organische stof, terwijl bovengrondse delen slechts 20%, waardoor gewassen met uitgebreide wortelstelsels prioriteit krijgen bij imput voor organische stofniveau.
De keuze van groenbemester voor bodem- en gewasbescherming moet rekening houden met vorstgevoeligheid en wortelgedrag.
Snel ontwikkelende en diep wortelende groenbemesters zoals grassen en kruisbloemigen versterken bodestructuur en beschermen tegen erosie, terwijl vorstgevoelige soorten minder geschikt zijn voor winter teelten, afhankelijk van het doel.
Groenbemesters kunnen effectief helpen bij onkruidonderdrukking en bodemprofilering.
Soorten met snelle groei en veel bladoppervlak zoals bladrammenas en Japanse haver onderdrukken hoog onkruid en verbeteren de bodemstructuur door wortelactiviteit en mortaliteit die zandige en verdichte lagen kunnen voorkomen.
De timing van inzaai en het zaaien onder dekvrucht zijn cruciaal voor de groeikracht van groenbemesters.
Het onderzaaien onder dekvrucht verlengt het groeiseizoen, maar vereist zorgvuldige rassenkeuze om concurrentie met de hoofdcultuur te voorkomen en vorstschade te minimaliseren, afhankelijk van seizoen en teeltplan.
Groenbemesters kunnen een belangrijke rol spelen in stikstofvastlegging en nutriëntenbeheer.
Vlinderbloemige groenbemesters zoals rode en witte klaver hebben hoge stikstofgehalten en kunnen de stikstofuitspoeling beperken, terwijl grassen en bladgewassen de stikstoftrage verhuren en geschikt zijn voor verdere bodemconservering.
Het gebruik van mengsels van groenbemesters biedt voordelen door verschillende bewortelingstypen en groeiperiodes te combineren.
Mengsels benutten de complementariteit van verschillende soorten, zoals bewortelingsdiepte en groeisnelheid, wat de bodemkwaliteit verbetert en het gewasdiversificatieproces ondersteunt, afgestemd op het doel van de teelt.

Bronnen