Handboek groenbemesters - Kruisbloemigen - Ethiopische mosterd
Dit document behandelt de teelt en eigenschappen van Ethiopische mosterd (Brassica carinata) als groenbemester. Ethiopische mosterd, ook wel Abessijnse mosterd of kool genoemd, is een kruisbloemige soort die waarschijnlijk een natuurlijke kruising is tussen kool (Brassica oleracea) en zwarte mosterd (Brassica nigra). Het gewas komt van oorsprong uit de Ethiopische hooglanden en groeit goed onder warme, droge en gematigde omstandigheden.
Het is een snel ontwikkelend, éénjarig gewas dat tot 1,5 meter hoog kan worden, met een diep wortelgestel van ongeveer 1 meter. Het heeft een lange vegetatieve fase, bloeit alleen bij vroege zaai, en vormt weinig zaden waardoor het risico op zaadvorming beperkt blijft. Ethiopische mosterd bevat veel glucosinolaten en wordt daarom ook ingezet voor biofumigatie om bodemziekten te bestrijden.
Het zaaiseizoen kan variëren vanaf begin voorjaar tot begin herfst, met een zaaidiepte van 1-2 cm en een zaaidichtheid van 12-15 kg per hectare. Het vraagt een stikstofgift van ongeveer 60 kg N per hectare, afhankelijk van de bodem. Het gewas is gevoelig voor knolvoet en rattenkeutelziekte, en mogelijk ook voor bepaalde bodemschimmels en onkruiden. Door de snelle dekking onderdrukt het onkruid goed en is aparte onkruidbestrijding meestal niet nodig.
Ethiopische mosterd is een waardplant voor verschillende aaltjessoorten, vooral Pratylenchus penetrans, maar niet voor Meloidogyne chitwoodi. Het kan na de teelt worden ingewerkt, afhankelijk van de ontwikkeling van het gewas en de weersomstandigheden, en sterft meestal winterhard af. Dankzij de lange vegetatieve periode produceert het veel biomassa, tot circa 40 ton verse bovengrondse biomassa per hectare, wat overeenkomt met 4-4,5 ton droge stof.
De teeltkosten bestaan uit zaad- en stikstofbemestingskosten; de totale kosten voor de zaaizaad en stikstof liggen rond € 117. Verder kan het gewas de bodemvoeding verminderen doordat het veel stikstof opneemt, wat kan leiden tot besparingen bij volggewassen. Ethiopische mosterd is geschikt voor gebruik als groenbemester in mengsels en heeft voordelen zoals goede kieming, diepe beworteling, en bodembiologische verbeteringen, mits tijdig wordt ingewerkt en de winter wordt overwinterd.
Handboek groenbemesters - Kruisbloemigen - Ethiopische mosterd (nl)
Aantal pagina's: 2
Doellanden: Ethiopië
Belangrijkste punten
- Ethiopische mosterd is een veelzijdig groenbemester met hoge opbrengstpotentie
- Met een drogestofopbrengst van ongeveer 4 tot 4,5 ton per hectare en een diepe beworteling, biedt deze plant goede stikstofopname uit diepere bodemlagen en produceert aanzienlijke biomassa zonder risico op zaadvorming.
- Geschikt voor biofumigatie en bodemverbetering
- Door het hoge glucosinolaatgehalte wordt Ethiopische mosterd gebruikt voor biofumigatie, wat bodemziekten kan helpen onder controle te houden, en het ontwikkelt zich snel onder diverse omstandigheden.
- Aanplanting en beheer vereisen speciale aandacht
- De zaaidichtheid, zaaidiepte, en de timing van inwerken zijn cruciaal, vooral vanwege vorstgevoeligheid en het risico op het ontstaan en verspreiden van bodemziekten en aaltjessen.
- Voldoende stikstofbemesting is essentieel
- Het gewas vereist ongeveer 60 kg N per hectare voor optimale groei en het speelt een rol in het reduceren van de noodzaak voor extra stikstof in opvolggewassen.
- Risico’s voor ziekten en plagen vragen aandacht
- Ethiopische mosterd is vatbaar voor knolvoet en rattenkeutelziekte, en fungeert als waardplant voor verschillende aaltjessoorten, waardoor ziekte- en plaagbeheer belangrijk zijn.
- Kostenraming en economische aspecten
- De teeltkosten voor zaaizaad en stikstofbemonstering worden gespecificeerd, en besparen in volggewas kunnen door verminderde stikstofgiftingskosten een economische meerwaarde bieden.
Bronnen
- Handboek groenbemesters - Kruisbloemigen - Ethiopische mosterd - - https://edepot.wur.nl/495924