Handboek groenbemesters - Kruisbloemigen - Ethiopische mosterd - Factsheet
Het document betreft informatie over Ethiopische mosterd (Brassica carinata) als groenbemester in 2019. Het geeft een overzicht van de waardplantstatus, waarbij wordt aangegeven dat de informatie onbekend of afhankelijk van ras en serotype is, en dat de actieve bestrijding niet wordt aanbevolen. Ethiopische mosterd wordt ook wel Abessijnse mosterd of Abessijnse kool genoemd en is zeer geschikt voor droogtebestendige teelt, vooral op zandgrond. Het wordt gestart vanaf begin april tot eind augustus, met een zaaizaadhoeveelheid van 12 tot 15 kg per hectare en een zaai- of diepte van 1 tot 2 cm.
Het gewas wortelt tot circa 1 meter en de bovengrondse drogestofopbrengst ligt rond 4 tot 4,5 ton per hectare, hoewel de effectieve organische stof onbekend is. Ethiopische mosterd is gevoelig voor vorst. Voor stikstofbemesting wordt meestal 60 kg N per hectare aanbevolen, afhankelijk van de grondsoort. Onkruidbestrijding is meestal niet nodig door de snelle ontwikkeling en goede onderdrukking.
Bijzonderheden zijn dat het gewas vanwege de lange vegetatieve periode alleen bij vroege zaaiafbak bloeit, waarbij zaadvorming geen groot risico vormt. Er is geen specifieke informatie over bodemschimmels, maar het gewas lijkt zeer vatbaar voor knolvoet (Plasmodiophora brassicae) en rattenkeutelziekte (Sclerotinia sclerotiorum). Er wordt ook vermeld dat witte en gele bietencysteaaltjes zich sterk vermenigvuldigen op Ethiopische mosterd in kasproeven. Over bodemplagen is geen informatie beschikbaar. De teelt past goed in groenbemesters omdat het gewas goed bestand is tegen droogte en goed combineert met andere groenbemesters.
Handboek groenbemesters - Kruisbloemigen - Ethiopische mosterd - Factsheet (nl)
Doellanden: Nederland
Belangrijkste punten
- Ethiopische mosterd is vatbaar en schadegevoelig voor bodemziekten
- Het gewas lijkt heel gevoelig voor knolvoet (Plasmodiophora brassicae) en rattenkeutelziekte (Sclerotinia sclerotiorum), wat kan leiden tot schade en beperkte teeltmogelijkheden.
- Veel voorkomende bodemorganismen zoals witte en gele bietencysteaaltjes vermenigvuldigen zich sterk op Ethiopische mosterd
- In kasproeven bleek dat deze aaltjes zich snel konden ontwikkelen op deze plant, wat aanwijzing is voor mogelijke plaagproblematiek of risico's voor andere gewassen.
- Aanbevolen zaaibedriepten en teeltgegevens bieden flexibiliteit voor teeltplanning
- Vanaf begin april tot eind augustus zaaien met 12-15 kg/ha, zaaidiepte van 1-2 cm, en een droogstofopbrengst van circa 4 tot 4,5 ton/ha, met suggesties voor stikstofbemesting.
- Grondsoortbeperkingen en teeltadviezen benadrukken de mogelijke geschiktheid op zandgrond
- Ethiopische mosterd kan goed op zandgrond geteeld worden, terwijl over andere grondsoorten geen informatie beschikbaar is, wat duidt op beperkingen afhankelijk van bodemtype.
- Gebrek aan informatie over bodemplagen en organische stofgehalte maakt dat risico's onvoldoende gekwantificeerd worden
- Het ontbreken van details over bodemplagen en organische stofgehalte wijst op mogelijke onzekerheid in de teelt- en ziektebeheersingsstrategieën.
- Kort schematisch overzicht van teelt- en teeltbeperkingen benadrukt de potentiële gebruiksvriendelijkheid
- Het gewas wordt gepositioneerd als een groenbemester met voordelen zoals droogtetolerantie en relatief eenvoudige teeltvoorwaarden, mits rekening wordt gehouden met ziektegevoeligheden.
Bronnen
- Handboek groenbemesters - Kruisbloemigen - Ethiopische mosterd - Factsheet - - https://edepot.wur.nl/495921