Notitie ‘Verdeling van beschikbare N uit drijfmest over het seizoen op grasland’

Uit Triple Performance
Ga naar:navigatie, zoeken

Notitie ‘Verdeling van beschikbare N uit drijfmest over het seizoen op grasland’.jpg

Het hoofddoel van dit document is het beschrijven en modelleren van de manier waarop beschikbaar stikstof (N) uit drijfmest over het groeiseizoen op grasland wordt verdeeld en mineraliseert. Het legt uit hoe de afbraaksnelheid van organisch gebonden N gedurende meerdere jaren wordt geschat, met nadruk op de timing binnen het seizoen en de invloed van temperatuur en bemestingstechnieken. Het richt zich op beleidsmakers, onderzoekers en adviseurs die zich bezighouden met bemestingspraktijken en milieueffecten van mestgebruik in de Nederlandse land- en tuinbouw.

Samenvatting

Inleiding en achtergrond

De notitie behandelt de stikstof (N) afbraak van rundveedrijfmest en varkensdrijfmest en de invloed op de N-bemesting in de landbouw. Ongeveer de helft van het N in rundveedrijfmest is organisch gebonden en moet mineraliseren voordat het door gewassen kan worden opgenomen. Mineralisatie gebeurt over meerdere jaren, met recente inzichten die aangeven dat ongeveer 50% van het organische N binnen vijf jaar mineraliseert, veel langzamer dan eerder werd aangenomen.

Belangrijkste punten

Mineralisatie van organisch N uit drijfmest duurt minimaal 5 jaar.
Recent veldproeven en modelbeoordelingen tonen dat slechts 40-60% van de organisch gebonden N in rundveemest binnen de eerste vier jaar mineraliseert, waardoor het een langdurig proces is dat niet binnen één seizoen volledig vrij komt.
De verdeling van N-mineralisatie binnen een seizoen hangt af van het moment van mesttoediening.
Tijden van toediening (bijvoorbeeld maart versus juni) beïnvloeden de maandelijkse fractie van organische N die beschikbaar komt, zoals weergegeven in Tabellen 3a en 3b, en betekent dat N beschikbaarheid niet alleen afhankelijk is van de totale mineralisatieperiode.
N uit drijfmest komt niet alleen ten goede aan de eerstvolgende snede, maar kan meerdere snedes na toediening worden benut.
Proeven en modellering laten zien dat vrijgekomen N over meerdere snedes wordt uitgespreid, vergelijkbaar met residuële werking van kunstmest, waardoor de effectiviteit over meerdere oogstmomenten wordt uitgebreid.
De N-werking van mest wordt grotendeels in de eerste snede na toediening gerealiseerd.
Indeling van N-werkingscoëfficiënten en veldgegevens bevestigen dat ongeveer 44-47% van de totale N-werking in de eerste snede plaatsvindt, terwijl in latere snedes aanzienlijk minder N beschikbaar komt.
Onder langjarige gebruik van drijfmest wordt de bijdrage van organische N relatief groter.
Bij langdurige toepassing bedraagt de N-bijdrage van organisch N aan de N-werking ongeveer viermaal zo hoog als de eerstejaarswerking, wat de accumulatieve effectiviteit benadrukt.
De timing van mesttoediening beïnvloedt de N-opname en opbrengst, maar het verschil tussen voorjaar- en zomertoediening is beperkt.
Proeven tonen dat mest in het voorjaar of zomer dezelfde N-werking kan hebben, waardoor in de huidige adviezen geen onderscheid wordt gemaakt op basis van toedieningstijdstip.

Bronnen