Notitie betreffende het belang van borium in maïs
Het document behandelt de rol en het belang van boriumbemesting in de maïsteelt in Nederland, met nadruk op de risico's van boriumtekorten op zand- en dalgronden door afname in natuurlijke boriumaanvoer via bodem en mest. Het doel is om inzicht te geven in de actuele bodem- en gewascondities, de beschikbare kennis over boriumbehoefte en -voorziening, en om aanbevelingen te doen voor een aangepast bemestingsadvies dat effectief en veilig in de praktijk kan worden toegepast. De doelgroep bestaat uit agronomen, landbouwadviseurs en beleidsmakers die betrokken zijn bij bemestingsadviezen en gewasvoeding voor maïs en andere gewassen waarvoor borium essentieel is.
Samenvatting
Inleiding
Borium is een essentieel spoorelement voor de maïsteelt dat bijdraagt aan cellestivdheid, optimale fosfaatopname en vruchtzetting. Vanwege uitspoeling wordt vaak boriumbemesting toegepast. De notitie onderzoekt de nut, situatie en bemestingsmogelijkheden van borium in Nederlandse maïspercelen, aangezien de lagere aanvoer door mest en rijenbemesting mogelijk tot tekorten kan leiden.
Functie en behoefte van borium in maïs
Borium beïnvloedt celstructuur en groei, en stimuleert bloemzetting en vruchtvorming. Het gehalte in planten varieert afhankelijk van aanbod en plantdeel, met in middenwaarden tussen 5-25 mg/kg en toxiciteitsgrenzen boven 30 mg/kg. Tekorten manifesteren zich vaak in slechte kolfontwikkeling en korrelzetting. De huidige gemiddelde boriumgehaltes in Nederland liggen rond 10 mg/kg droge stof, wat bij maximale opbrengsteisen voldoende is voor plantbehoefte.
Beschikbaarheid in de bodem
Boor in de bodem varieert van 1 tot 270 mg/kg, met grootste beschikbaarheid via bodemoplossing als B(OH)3. Beschikbaarheid wordt beïnvloed door vocht, organische stof, klei en pH. Tenzij fragiel, vooral zand- en dalgronden met lage pH en organisch stof raken gevoelig voor tekorten, vooral bij droogte en hoge pH, wat het risico op boriumgebrek verhoogt.
Boorgehalten en situatie in Nederland
Boorgehalten in Nederlandse maïspercelen variëren, waarbij zandgronden vaak lagere waarden vertonen dan kleigronden. Recentelijk blijkt dat een aanzienlijk deel van zandgronden een boriumgehalte heeft lager dan 0,29 mg/kg, wat een verhoogd risico op tekorten impliceert, terwijl kleigronden meestal een goede boriumsituatie hebben.
Boorbemestingsadvies
Het advies is afhankelijk van bodemwaarde, varieert van 0,1 tot 0,75 kg B/ha, en wordt aangepast aan grondtype en boriumgehalte. Het huidige advies, gebaseerd op suikerbietenstudies uit de jaren 50-70, wordt aangevuld met praktische strategieën zoals mesttoediening, bladbespuiting en aanvullende bemesting, vooral bij lage bodemwaarden en in zandgronden.
Toedieningsmogelijkheden en praktische richtlijnen
Borium kan via dierlijke mest, meststoffen of bladbespuiting worden toegediend. Mogelijkheden omvatten rijenmest, breedwerpige mest en bladbespuiting bij tekorten of symptomen. Toediening via mest moet oppassen voor toxiciteit en homogene verdeling. In gevallen van tekort wordt aanvullende boriumbemesting aanbevolen, waarbij de juiste timing en methodiek van belang zijn.
Betrouwbaarheid en uitdagingen van het huidige advies
Het boriumgehalte in bodem en mest geeft, onder enige onzekerheid over beschikbaarheid, voldoende basis voor huidige bemestingsadviezen. Echter, contradictorische resultaten uit buitenlandse studies en het ontbreken van recente Nederlandse veldproeven maken het duiden van de noodzaak tot bemesting complex. Differentiatie naar grondsoort kan mogelijk de precisie wettigen.
Conclusies
Boriumtekorten komen vooral voor in zandgronden met lage organische stof, vooral bij pH-waarden onder 4 of boven 6. Verwachte toename van tekorten wordt aangewakkerd door verminderde mestgebruik, dalende organische stof en bodemboriumgehalte, landbouwproductie en intensiteit. Aangeraden wordt daarom aanvullende boriumbemesting vooral in zandgronden, met aandacht voor bodemtype, pH en organisch stof, gebaseerd op actuele analyses en praktische strategieën.
Aanbevelingen en richtlijnen
De bodemstatus van borium is achteruitgegaan, vooral in zandgronden. Hoge export en uitspoeling vragen om extra bemesting via mest of kunstmest. Het advies voor een één-jaar boriumgift varieert van 0,2 tot 0,4 kg B/ha, afhankelijk van bodemwaarde. Het wordt aanbevolen om diagnose en bemesting goed te plannen, met gebruik van mest, vochtregulatie en bladbespuiting, en rekening houdend met bodemtype en pH voor optimale en veilige toepassing.
Notitie betreffende het belang van borium in maïs (nl)
Aantal pagina's: 16
Doellanden: Nederland
Belangrijkste punten
- Afgifte van borium in maïs wordt aanbevolen om tekorten te voorkomen
- Door afname in natuurlijke boriumvoorziening uit bodem en mest, vooral op zandgronden met lage organische stof, wordt een aanvullende bemesting met borium aanbevolen, vooral wanneer bodemgehalten onder 0,3 mg/kg liggen.
- Huidige boriumadvies is gebaseerd op suikerbietenonderzoek en mogelijk niet volledig toepasbaar op maïs
- Het boriumbemestingsadvies, voornamelijk ontwikkeld voor suikerbieten, wordt mogelijk minder relevant voor maïs, omdat recente experimenten in Nederland en internationaal discrepanties laten zien in de effectiviteit van boriumbemesting op maïsopbrengst.
- Onzekerheid bestaat over de beschikbaarheid van geboden borium uit mest en bodem voor het gewas
- Hoewel uit bodemanalyse en mestgiften voldoende borium lijkt te komen om de onttrekkingsbehoefte te compenseren, is niet zeker of het ook daadwerkelijk beschikbaar is voor de plant, gezien de snel uitspoelende eigenschappen van borium en variabiliteit in bodem- en meststoftoediening.
- Risico op boriumgebrek is vooral groot op zand- en dalgronden met lage organische stof en pH-waarden buiten het optimale bereik
- Droogte, lage buffercapaciteit en pH-waarden lager dan 4 of hoger dan 6 verhogen de kans op boriumtekort, vooral in zandgronden met lage organische stofgehalten, wat de noodzaak voor gerichte bemesting verhoogt.
- Boriumgebrek kan zich versterken door droogte en pH-schommelingen
- Extremen in bodem-pH en vochtigheid, zoals na kalkings of droogteperioden, kunnen de beschikbaarheid van borium beperken en zo het risico op tekorten vergroten, waardoor preventieve bemesting cruciaal wordt.
- Het bemestingsadvies moet worden verfijnd op basis van grondsoort en bodemchemie
- Omdat textuur, organische stof en pH grote invloed hebben op boriumbeschikbaarheid, wordt voorgesteld het huidige generieke advies te vervangen door een gedifferentieerd advies dat rekening houdt met bodemtype en pH-waarden.
- Vaker onderzoeken en veldervaringen zijn nodig om de effectiviteit van boriumbemesting in maïs te bevestigen
- De controverse en tegenstrijdige resultaten uit internationale onderzoeken onderstrepen de noodzaak voor Nederlands veldonderzoek en praktijkervaring om helderheid te krijgen over wanneer en in welke mate boriumbemesting economisch en agronomisch zinvol is voor maïsproductie.
Bronnen
- Notitie betreffende het belang van borium in maïs - 2011-10-27 - https://edepot.wur.nl/413755