De sandwichmethode gebruiken om onkruid in boomgaarden te beheersen

Uit Triple Performance
Ga naar:navigatie, zoeken
Cet article est issu de la base GECO. Cliquez ici pour accéder à la page d’origine : Logo Geco
Bodembeheer volgens het sandwich-systeem - © Ctifl

1. Presentatie



Kenmerken van de techniek

Beschrijving van de techniek:

Informatie oorspronkelijk afkomstig uit de Gids voor het ontwerpen van productiesystemen voor fruitteelt met minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (2014) / Technische fiche nr. 9 - Voor meer informatie: zie link

Principe

De sandwichmethode is een techniek voor de bestrijding van adventices aanwezig op de rij van fruitbomen, zonder gebruik van herbiciden. Deze methode bestaat uit het bewerken van de grond aan beide zijden van de rij (minimaal 40 cm, tot 1 m voor brede aanplantingen bij steenvruchten) met een eenvoudig werktuig, terwijl de centrale strook van de aanplantrij minimaal 20 cm breed begroeid blijft met gras. Deze techniek is een alternatief voor de chemische onkruidbestrijding van de rij (bijvoorbeeld met glyfosaat).

Materiaal en uitvoering

De uitvoering van deze maatregel vereist gebruik van gangbare, aangepaste werktuigen voor plaatselijke grondbewerking (schijven, frees, cultivator). Het ontbreken van een uitwijkmechanisme om obstakels (bomen, geleiding) te vermijden verlaagt de aanschaf- en onderhoudskosten van het materiaal en maakt veel hogere werkingssnelheden mogelijk dan bij mechanische onkruidbestrijding met uitwijkfunctie. De begrazing van de centrale strook kan zijn: - Spontaan en onderhouden door maaien met een uitgeschoven werktuig - Gezaaid: handmatig zaaien of met zaaimachine (aan het eind van het eerste bladstadium, in de herfst volgend op de aanplant van de bomen). In dat geval wordt aanbevolen om bodembedekkende plantensoorten te kiezen die weinig concurrerend zijn of agronomisch interessant (bijv. met een allelopathisch effect zoals kropaar Hieracium pilosella).

Voorbeeld van uitvoering:

Voorbeeld uit de technische brochure "Sandwichsysteem - Arboriculture" van FIBL (zie bibliografie): Installatie van het sandwichsysteem met kropaar (Pilosella officinarum). Kropaar is een allelopatische plant die de wortelgroei van onkruiden remt door het afscheiden van toxines bij de wortels. De uitlopers zorgen voor een snelle vestiging en een dichte bodembedekking. Ze heeft een hoge ecologische waarde omdat ze het gebruik van herbiciden beperkt en de grondbewerking vermindert. Installatie: - Voorbereiding van de grond door mechanische onkruidbestrijding in de boomrij (breedte 40 cm) - Aanplant (het zaaien is willekeurig): in april tot eind augustus bij beregening of tot half oktober - Zaaidichtheid: 3 kluitplanten per strekkende meter. Enkelrij aanplant is voldoende. Ook kunnen kluiten worden herplant van oudere aanplantingen.

Onderhoud tijdens de vestigingsperiode: - 1 tot 2 keer maaien afhankelijk van de ontwikkeling van het onkruid, boven de bladeren van de kropaar (bij voorkeur de 2 bloeiperiodes van de kropaar vermijden) - Verwijderen van sterk groeiende grassen, distels en andere onkruiden die de planten kunnen overschaduwen.

Onderhoud van het sandwichsysteem:

- Bewerking van de centrale mulchstrook: Bij aanwezigheid van grassen en/of hoog gras, 1 tot 2 keer per jaar maaien om te voorkomen dat de begroeiing de planten overschaduwt. Geen onderhoud nodig wanneer de kropaar goed gevestigd is en de grond bedekt.

- Bewerking van de bewerkte stroken aan beide zijden: Hacken van de rijen links en rechts van de boomrij, over een breedte van 40-50 cm aan elke kant met de hark of gangbare werktuigen voor plaatselijke grondbewerking (tanden, ganzenpoot). Bemesting of compost alleen op de bewerkte stroken. Niet over de kropaar stroken heen werken.

Nauwkeurigheid over de techniek:

Het irrigatiesysteem moet compatibel zijn (opgehangen of ondergronds). De uitvoering wordt gestart op basis van observaties van opkomst van het onkruid. Tijdens de bloeiperiode van het onkruid is een extra maaibeurt nodig bij toepassing van gewasbeschermingsmiddelen in die periode. Deze techniek is goed geschikt om onkruid met sterke groei op de rij te beheersen of onkruid dat zich kan verspreiden via wortelstokken (vaste planten zoals heermoes, sorghum, windef). De grondbewerking aan beide zijden van de rij kan woelmuizen verstoren door het vernietigen van oppervlakkige gangen en de grasbedekking, terwijl de smalle grasstrook op de rij de aanwezigheid van hulporganismen nabij de bomen kan bevorderen.



Uitvoeringsperiode

Op gevestigde teelt



Ruimtelijke schaal van uitvoering

Per perceel





Toepassing van de techniek op...

Positif

Alle teelten:

Gemakkelijk generaliseerbaar

Gemakkelijk generaliseerbaar

Deze methode kan worden toegepast in de meeste volwassen boomgaarden, maar let op de benodigde grondvrijheid (doorzakken van takken onder het gewicht van de vruchten) voor het passeren van het materiaal.

In ciderboomgaarden, waar de oogst op de grond plaatsvindt, is deze techniek niet meer mogelijk vanaf het begin van de productie (3e blad) onder modderige bodemomstandigheden.





Neutre

Alle bodemtypes:

Generaliseerbaarheid soms lastig

Generaliseerbaarheid soms lastig

Geen grote beperkingen. Echter, op risicovolle bodems en tijdens de oogstperiode kan het betreden van de grond verdichting verergeren.

Op arme bodems risico op verlies van kracht en opbrengst in de eerste jaren bij aanplant van grasstrook op jonge bomen (concurrentierisico).

Op hellingen risico op erosie op de bewerkte stroken.





Positif

Alle klimaatomstandigheden:

Gemakkelijk generaliseerbaar



Gemakkelijk generaliseerbaar

Geen grote beperkingen, maar in niet-beregende boomgaarden en in gebieden met weinig neerslag risico op verlies van kracht en opbrengst in de eerste jaren bij aanplant van grasstrook op jonge bomen (concurrentie om water).





Regelgeving

Geen specifieke regelgeving voor deze techniek.



2. Diensten geleverd door de techniek



3. Effecten op de duurzaamheid van het teeltsysteem



"Milieu" criteria

Effect op luchtkwaliteit:

Variabel

emissie gewasbeschermingsmiddelen: AFNAME

emissie broeikasgassen: VARIABEL



Positif

Effect op waterkwaliteit:

Toename

pesticiden: AFNAME



Neutre

Effect op fossiele hulpbronnenverbruik:

Variabel

verbruik fossiele energie: VARIABEL



Neutre

Overig:

Geen effect (neutraal)

Fossiele energie : gemiddeld energieverbruik

Water: Geen watervervuiling door herbiciden.







"Agronomische" criteria

Productiviteit:

Variabel

Variabel

Geen beschadiging van de stam of scheuten nabij de stam door grondbewerking.

Voorkomt problemen met phytotoxiciteit veroorzaakt door chemische onkruidbestrijdingsmiddelen in jonge boomgaarden.

Mogelijke ontwikkeling van vaste planten (voorbeeld Aleppo-sorghum) aan de voet van de bomen.

Kracht en opbrengst gelijk aan mechanische onkruidbestrijding bij volwassen bomen.





Kwaliteit van de productie:

Variabel

Variabel

Geen risico op herbicideresten in het fruit





Positif

Bodemvruchtbaarheid:

Toename

Toename

Betere porositeit in het begroeide deel vergeleken met het bewerkte deel.

Bodemdieren (mesofauna, micro-organismen) zijn talrijker en gevarieerder.

Afhankelijk van het ontwikkelde onkruid is de bodem in de winter bedekt.

Echter, verdichting op de bodemlaag bij bewerking als de grond te nat is.





Neutre

Waterstress:

Variabel

Variabel

In niet-beregende boomgaarden risico op waterconcurrentie tussen bomen en de centrale grasstrook. Deze risico's zijn echter kleiner dan bij volledige begrazing.





Positif

Functionele biodiversiteit:

Toename

Toename

Toename van de biodiversiteit van bloemen gunstig voor hulporganismen.







"Economische" criteria



Négatif

Operationele kosten:

Toename

Toename

Investering nodig voor de aankoop van specifiek materiaal. Bovendien vereist deze techniek meer passages en meer werktijd per hectare.





Neutre

Mechanisatiekosten:

Variabel

Variabel

Eenvoudig grondbewerkingsmateriaal is voldoende (kostenverlaging ten opzichte van grondbewerking op de rij).

De investering voor het grondbewerkingsmateriaal op de rij bedraagt ongeveer 7000 tot 12.000 € (prijs 2015).







"Sociale" criteria



Neutre

Arbeidstijd:

Variabel

Variabel

Grondbewerking veel sneller dan bij een systeem met volledige mechanische onkruidbestrijding.

Aanplant van de grasstrook op de rij met zaaimachine: 2u/ha Onderhoud van de bewerkte stroken: 2 tot 6 u/ha met 3 tot 6 passages per jaar Onderhoud van de centrale strook: 3 tot 5 u/ha met 1 maaibeurt per jaar

Maaien van bloeiend onkruid bij noodzakelijke toepassing van gewasbeschermingsmiddelen. Dit geldt ook voor de tussenrij.







4. Begunstigde of benadeelde organismen



Begunstigde bio-agressoren



Benadeelde bio-agressoren



Begunstigde hulporganismen



Benadeelde hulporganismen



Begunstigde klimaatongevallen en fysiologische problemen



Benadeelde klimaatongevallen en fysiologische problemen



5. Voor meer informatie

  • Boomteelt - Sandwichsysteem
    -Tschabold J.-L. Agridea, Technische brochure, 2012 link naar de brochure
  • Dossier Bodembeheer in biologische landbouw. Alternatieven voor grondbewerking op de rij en bodembeheer in boomteelt.
    -Garcin A., Bussi C., Corroyer N., Dupont N., Ondey S.-J., Parveaud C.-E. Alter Agri, 116, 19-21., Technische brochure, 2012 link naar de brochure
  • Gids geïntegreerde fruitproductie
    -Regionale landbouwkamer PACA, Station La Pugère Technische brochure, 2014 Objectifs Info Arbo, 30-32.
  • Het sandwichsysteem
    -Landbouwkamer van Dordogne Technische brochure, 2010

link naar de brochure

6. Trefwoorden



Methode voor bestrijding van bio-agressoren:

Culturele bestrijding

Werkingstype:

Verzwakking

Type strategie ten aanzien van het gebruik van pesticiden:

Substitutie

Bijlagen

S'applique aux cultures suivantes

Favorise les bioagresseurs suivants

Favorise les auxiliaires

Favorise les accidents climatiques

Défavorise les bioagresseurs suivants